Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Wenzel (koningen)

betekenis & definitie

Wenzel (koningen) - Naam van koningen van Bohemen. Genoemd moeten worden W. I, die in 1230 zijn vader Ottokar I opvolgde, veel strijd voerde tegen Oostenrijk en in de laatste jaren van de reg. van keizer Fred. II tegen dezen streed.

Met zijn zoon Ottokar geraakte hij in twist, waarbij hij eerst genoodzaakt was de wijk te nemen naar Noord-Bohemen, maar ten slotte er toch in slaagde de overhand te behouden. Onder zijn bewind werd de immigratie van Duitschers bevorderd. Hij stierf in 1253.

W. II, zoon van Ottokar II, kwam in 1278 aan de reg. en stond tot 1290 onder regentschap. Onder hem kwam het huis Przemysl tot nieuwe macht. Hij kreeg de Poolsche kroon en streefde er naar Hongarije voor zijn geslacht te winnen. Hij geraakte hierdoor in conflict met Wladislaw Lohietek, die ook aanspraak maakte op Polen, met de Habsburgers, die de ontwikkeling van deze macht vreesden, en met Karel Robert van Anjou, die aanspraak maakte op Hongarije. Een inval in Bohemen werd door W. afgeslagen. Voordat de strijd beslist was, stierf W. in 1305.
W. III, zoon van W. II, was niet bij machte den strijd tot een goed einde te brengen. Hij kon noch Polen, noch Hongarije veroveren. In 1306 werd hij vermoord. Met hem stierf het geslacht der Przemysliden uit.
W. IV. (Zie WENZEL, Roomsch koning).

< >