Vroedschap - In den Bourgondischen tijd kwamen de vroedschapcolleges, d.w.z. colleges van de vroedsten, wijsten der ingezetenen in de steden op. Later heeft men in de grootere dorpen van Holland, Zeeland, Utrecht, Brabant ook vroedschappen. De vroedschappen vertegenwoordigden de burgerij. Aanvankelijk zullen ook in de steden alle inwoners, buren, bij klokslag zijn opgeroepen om te beraadslagen over belangrijke zaken, die de plaatselijke overheid alleen niet af kon of niet af wilde doen (zie op BUREN).
Bij uitbreiding van bevolking en het ingewikkelder worden der regeeringstaak ging dit niet meer en werd een oproeping van de geheele bevolking achterwege gelaten. Zoo ontstonden vaste vr.-colleges, die men kan vergelijken met de tegenwoordige gemeenteraden, behalve één groot verschilpunt, dat de gemeenteraad is het hoofd der gemeente, terwijl de vr.-colleges slechts in de gewichtigste zaken werden opgeroepen, vooral als het financieele maatregelen betrof. Het te zamen komen van allen ter beraadslaging is nog overgebleven in de vergadering van ingelanden der waterschappen, die bij verschillende lichamen nog heden ten dage in zwang is. Bij de grootere waterschappen komen echter hoofdingelanden, eveneens een vast college, te zamen en niet alle ingelanden.
