Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Buren

betekenis & definitie

Buren - de gezamenlijke inwoners van een buurschap. Wel waren dit in den regel boeren, maar toch niet altijd; er konden ook handwerkslieden, ook menschen zonder ambt of beroep, toe behooren. Met dit woord b. hangen allerlei woorden samen, zooals buurbrink, het dorpsplein, waaraan de huizen gelegen zijn; buurdink en buurspraak, het samenkomen der buren om hun buurzaken af te handelen, b.v. zaken betreffende de marke of buurmarke, dat zijn de gemeene gronden, heiden, weiden, bosschen, of betreffende het gezamenlijk bezaaien of oogsten van de gemeen gelegen, doch niet gemeen eigendom zijnde bouwgronden, de z.g. esschen of enken; buurkerk, d.i. het kerkgebouw, ten dienste van de buren van een of meer buurschappen, tezamen een parochie of kerspel vormende; buurhoom, de hoorn, door welker geluid de buren ter buurvergadering werden opgeroepen; buurmaal, het recht van ingezetenschap van de buurschap; buurmeester of buurrichter, de president van de buurvergadering, tevens de rechtsvordenaar bij de rechtspleging der buren; buurmark, zie BUURSCHAP en MARK; buurtuug, de verklaring der buren, als getuigen of als jury in strafzaken, of ook wel in alle mogelijke andere aangelegenheden der buurschap; buurweg, weg hetzij voor enkele nabijgelegen buurhuizen en erven, hetzij voor de geheele buurschap ; buurwillekeur, besluit der buurvergadering, verordening.

Niet alleen in streken, waar het markewezen tot in den modernen tijd heeft gegolden, doch ook b.v. in Holland en Utrecht, zijn buurvergaderingen gehouden, zoowel voor rechtspleging als voor zaken van wetgeving en bestuur; in zake van rechtspleging kwam dit daar in de 15e en 16e eeuw in onbruik, de rechtspraak van schout, azing en geboren maakte plaats voor die van schout en schepenen; doch in zaken van wetgeving en bestuur bleven de buren samenkomen, vooral als er rekeningen van het dorp (ambacht) goedgekeurd of besluiten genomen moesten worden omtrent aan te leggen werken, die financieele offers zouden eischen, kaden, sluizen, bruggen, duikers, dammen, wegen, molens. In de markestreken hebben de buren behalve markezaken, ook de administiatieve, ook de waterstaatszaken, ook de rechtszaken behandeld. Men doet verkeerd het zich zoo voor te stellen, alsof die buren enkel wat wij markezaken noemen, enkel hun landbouwbelangen zouden hebben behartigd op hun samenkomsten. (Zie verder BUURSCHAP).