Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Verhoor

betekenis & definitie

Verhoor - 1) van een beklaagde in een strafprocedure. Dit heeft door den president plaats, nadat alle getuigen en deskundigen zijn gehoord, behoudens de bevoegdheid van den pres., reeds vroeger en zelfs vóór den aanvang van het getuigenverhoor aan den beklaagde vragen te doen (art. 178 Sv.). Ook de rechters en de officier van justitie kunnen aan den beklaagde vragen doen. De pres. geeft hun daartoe op hun verlangen het woord. De beklaagde of zijn raadsman kan ook aan een medebeklaagde vragen doen, in den regel door tusschenkomst van den pres. (art. 181 jo.; art. 169 Sv.).;

2) van getuigen (Zie GETUIGENVERHOOR).;
3) van partijen in een burgerlijk geding. Daarbij is te onderscheiden een ambtshalve bevel van den rechter om persoonlijk voor hem te verschijnen (art. 49 Rv.) en het z.g. verhoor op vraagpunten (Fr. interrogatoire sur faits et articles), waaraan een der partijen op verzoek van de andere door den rechter kan worden onderworpen (artt. 237—246 Rv.) en dat strekt om aan de gehoorde partij een bekentenis te ontlokken ; het heeft in raadkamer plaats (art. 239) en mag uitsluitend loopen over de vraagpunten (art. 241), welke te voren door den rechter als tot het geschil betrekkelijk zullen zijn goedgekeurd (art. 238); een zonder wettige verhindering niet verschijnen of een weigeren om te antwoorden kan als een erkentenis worden aangemerkt (art. 244).