Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tolstoj (graaf lew nikolajewitsj)

betekenis & definitie

Tolstoj (graaf lew nikolajewitsj) - geb. 1828, in het gouvernement Toela op zijns vaders landgoed Jasnaja Poljana, waar hij zijn eerste onderricht genoot, gest. 1910. In 1843 liet hij zich aan de universiteit te Kazan inschrijven, alwaar hij een jaar Oostersche talen en twee jaar rechten studeerde. In 1848 legde hij te Petersburg het candidaatsexamen in de rechten af, waarna hij weer naar Jasnaja Poljana terugkeerde. Na tweejarig verblijf aldaar trad hij in 1851 in militairen dienst als artillerie-vaandrig in den Kaukasus, nam deel aan den Russisch-Turkschen oorlog, maakte de bestorming van Sebastopol mee (27 Aug. 1855). Na het einde van dezen oorlog verliet hij den krijgsdienst, verbleef verscheidene jaren afwisselend in St.

Petersburg en in Moskou, deed twee maal een reis naar het buitenland en trok zich in 1861 weer op zijn landgoed Jasnaja Poljana terug. Een jaar later huwde hij Sophie Behr, de dochter van een arts te Moskou. Tot zijn beroemdste werken kunnen gerekend worden: Oorlog en Vrede (1865-68, 4 dln.); een roman uit den tijd der Napoleontische oorlogen, Anna Karenina (1875-78), een verhaal uit de gegoede kringen van het toenmalige Rusland; Kindsheid, Jeugd en Jongelingsjaren (1852-57), vele schetsen en novellen, theologische en andere geschriften, paedagogische werken, waaronder een leesboek voor kinderen, tooneelstukken, enz. Het psychologisch inzicht van T. is wellicht ongeëvenaard. In zijn werken komen dan ook bijna geen figuranten voor. Zelfs de onbeduidendste figuur, hoe vluchtig ook vermeld en hoe gering ook zijn aandeel aan de draad van het verhaal moge zijn, heeft toch altijd iets, wat hem karakteriseert. Ook het zieleleven van dieren, ja van planten, toovert T. ons op bijzonder suggestieve wijze voor den geest; overbekend is bijv. het renpaard „Frou-Frou” in Anna Karenina.

Het geestes- en gevoelsleven der menschen, hetzij man of vrouw, hooggeplaatst of gering in rang, volgt hij letterlijk van de wieg tot het graf, onder alle mogelijke stoffelijke en geestelijke voorwaarden; in gezondheid, ziekte, doodsstrijd, honger en overdaad, vreugde en verdriet, ja zelfs zwangerschap en kraambed, beschrijft hij alsof hij alles zelf doorleefd had. Vandaar dat zijn weergeven van pijnlijke situaties zoo fascineerend op ons werkt, b.v. in: De Dood van Iwan Iljitsj, waarbij hij geen toevlucht tot rhetoriek behoeft te nemen. Voor den begrijpenden lezer is er dan ook geen zinsnede in de werken van T., die over het hoofd gezien kan worden. In de grootere romans is het vaak moeilijk uit te maken wie de „held” of „heldin” van het verhaal is, aangezien aan geen der hoofdpersonen mindere aandacht gewijd is en, gelijk gezegd is, T. geen spannende avonturen behoeft te vertellen om onze aandacht geheel in beslag te nemen. — Litteratuur over T. in het Nederlandsch en de moderne talen o. a.: Prof. N. van Wijk, Hoofdmomenten der Russiese letterkunde (Poeshkin, Gogolj, Tolstoj, Dostojewskij), (Zeist, z. j.); Merejkowski, D. S. Tolstoi en Dostojewski als menschen en kunstenaars (Utrecht, 1918); de Vogüé, Le roman russe (Paris, 1886); Baart de la Faille, Tolstoi als theoloog en moralist (Groningen, 1897); Steiner, Tolstoi the man (London, 1904); Jul. Hart, Leo Tolstoi (Berlin, 1904); G. Brandes, Menschen und Werke (Frankfurt a. M., 1894); P. Birukov, Léon Tolstoi, Vie et Oeuvre etc. (Paris, 1905 v.v.); R. Rolland, Vie de Tolstoi (5me éd., Paris, 1917); J. A. T. Lloyd, Two Russian Reformers (London, z. j.), over Toergenew en Tolstoj.

< >