Tolk

betekenis & definitie

Tolk - Indien een beklaagde of getuige in een strafproces de Nederl. taal niet verstaat, kan het onderzoek ter terechtzitting, op straffe van nietigheid, geen plaats hebben zonder bijstand van een tolk (art. 183 Sv.). De bijstand van een tolk wordt mede, op straffe van nietigheid, gevorderd, wanneer een beklaagde of getuige het gehoor- en spraakvermogen of één dezer vermogens mist en niet schrijven kan. In dit geval moet als tolk optreden iemand die geschikt is om met hem om te gaan (art. 185 Sv.). Zie ook artt. 184, 186 en 187 Sv. Gedurende de instructie kan ook door den rechter-commissaris van een tolk worden gebruik gemaakt (art. 69 Sv.). — Hij die wettelijk als tolk opgeroepen, wederrechtelijk niet verschijnt, is strafbaar krachtens art. 444 Sr., indien hij opzettelijk niet voldoet aan eenige wettelijke verplichting, die hij als zoodanig te vervullen heeft, krachtens art. 192 Sr. — Zie voor den tolkendienst bij eenige gezantschappen en consulaten buiten Europa K. B. van 12 Juli 1909, Stb. 268 en 4 Juni 1910, Stb. 156, beide laatstel. gew. 1 Dec. 1920, Stb. 835 en 836.