Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tidore

betekenis & definitie

Tidore - onderafd. der afd. Ternate van de res. Amboina, bestaande uit de eilanden T. Maitara, Pilonga, Maré, Pasirradja, Moti, Makian, Waidoba, Taneti, de Kajoagroep en de Goraitji-eilanden.

2) zelfbesturend landschap in de res. Amboina, afd. Ternate. (Voor de daartoe behoorende eilanden zie TERNATE). Vroeger bestuurd door een Sultan, sedert 1909 door een Raad van Landsgrooten, die de korte verklaring heeft gegelegd (zie ATJEH-VERKLARING). Het gelijknamige eiland, ten AV. van Halmahéra op 0° 45' N.B., ongeveer even groot als Ternate, bestaat geheel uit vulkanische vormingen; de Zuidelijke helft wordt ingenomen door den Piek van Tidore (1730 M.), welks zacht glooiende hellingen bebouwd zijn, evenals, waar mogelijk, de andere bergen. De bevolking, 土15.000 zielen sterk, is, wat taal en afkomst betreft, nauw verwant met die van Ternate, en belijdt den Islâm; zij onderscheidt zich van haar door meer ondernemingszin en werkzaamheid; de hoofdplaats Ternate wordt door hen voor een groot deel van landbouwproducten en visch voorzien; zij leveren er kalk en hout, en velen trekken als smeden, jagers, handelaars en zoekers van boschproducten verschillende eilanden rond. T. is dan ook over ’t algemeen welvarender dan Ternate. Voor de tot het landschap behoorende eilanden zie TERNATE EN ONDERHOORIGHEDEN.