Steunblaadjes - zijn deelen van een blad, die uit den bladvoet ontstaan. Gewoonlijk ontwikkelt zich bij een blad eerst de bladvoet, daarna de bladschijf en het laatst de bladsteel. Die bladvoet kan dan tot bladscheede worden, zooals bij de schermdragende gewassen, maar meestal ontstaan daaruit twee steunblaadjes. Deze zijn dus in hun ontwikkeling het verdere deel van het blad ver vooruit, spelen dan ook dikwijls een rol ter bescherming van de bladachtige deelen in knoptoestand en vallen gewoonlijk vroegtijdig af.
Nu en dan echter vindt men bladen, die alleen uit den bladvoet bestaan, zooals vele knopschubben, of wel de steunblaadjes vergroeien met den bladsteel en worden dus meer blijvend zooals bij de roos. Onder het vele aantal vormen, waarin de s. zich nog kunnen voordoen, moeten even genoemd worden die gevallen, waar de bladschijf geheel gereduceerd is en waar nu de functie van de bladschijf is overgenomen door de s. Men treft hiervan o. a. voorbeelden aan bij het geslacht Lathyrus. In verband met den Latijnschen naam voor s. stipulae, worden verschillende deelen, zooals het kokertje van de duizendknoop, wel aangeduid als stipulairvormingen.
