Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Stekelhuidigen

betekenis & definitie

Stekelhuidigen - Echinodermata, een klasse der ongewervelde dieren, gekenmerkt door een 5-staligen bouw, welke b.v. bij de zeesterren duidelijk te voorschijn treedt. De huid is leerachtig; zij scheidt echter kalkstukjes af; blijven deze klein, dan blijft zij buigzaam (zeekomkommers (zie plaat Stekelhuidigen I, fig. 6, 3, 4 en 5). Worden zij grooter en raken zij elkander bijna, dan is de huid harder, maar toch nog buigzaam (zeesterren, slangsterren, haarsterren,alle met buigzame armen, plaat II, fig. 7, 8, I fig. 1, 2). Vergroeien zij met elkander of raken zij elkander, dan ontstaat een schaal (zeeappels II, fig. 5, 6).

Altijd zijn deze kalkstukken of schalen door huid bedekt. Deze draagt daarenboven steeds stekels van verschillende grootte en gedaante (vandaar de naam), die ook door de huid bedekt zijn. Zeesterren en zeeappels hebben daarenboven nog tangetjes (pedicellariën II, fig. 2), waarmede alle vreemde voorwerpen op de huid gegrepen en weggeworpen worden. De kalkstukken en schalen dienen tot bescherming der inwendige deelen, tot steun en tot aanhechting van spieren, zijn dus een skelet. Door de talrijke spieren zijn de armen, stekels en tangetjes zeer bewegelijk. Bij de zeeappels vindt men rondom den ingang van het darmkanaal een gecompliceerd, uit tanden bestaand toestel, welke bewegelijk zijn en met de punten uit de mondopening steken (z.g. lantaren van Aristoteles, II, fig. 3); hiermede worden stukken van wieren gegeten en gaten in rotsen geknaagd, waarin de mannetjes zich gaarne ophouden.

Voor beweging dient het z.g. watervaatstelsel: een systeem van buizen, voorzien van een groot aantal vingervormige uitstulpingen, de voetjes. Het geheele systeem is met waterachtige vloeistof gevuld; het dier is in staat dit water naar de voetjes te persen, die de huid voor zich uitduwen en naar buiten steken (II, fig.7); deze voetjes eindigen in zuigschijfjes, waarmede het dier zich vastzuigt. Trekken nu de voetjes weer samen, dan wordt het geheele lichaam een weinig verschoven. De geslachten zijn gescheiden; ongeslachtelijke voortplanting komt ook voor, n.l. door afstooten van een arm, die tot een nieuw individu aangroeit; het herstellingsvermogen is zeer groot. Tot de St., die uitsluitend in zee leven, behooren de zeeappels of zeeëgels, de zeesterren, de slangsterren en de zeekomkommers; zie aldaar.

< >