Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ruggemerg

betekenis & definitie

Ruggemerg - medulla spinalis, is dat gedeelte van het centraal zenuwstelsel, dat als een streng in het wervelkanaal hangt. Naar boven toe gaat het in ’t verlengde merg over (zie HERSENEN). Door een 32-tal paren van zenuwen is het r. met de organen van het lichaam (voor zoover deze niet door hersenzenuwen verzorgd worden) verbonden. Het r. heeft den vorm van een van voor naar achter ietwat platgedrukte streng.

Daar, waar de groote zenuwen voor arm en been er uittreden, is deze wat aangezwollen tot de hals- en de lendenaanzwelling. Op de oppervlakte verloopen een aantal lengtegroeven, die het r. in z.g.n. strengen verdeelen. In de middenlijn verloopt, zoowel aan de vóór -als aan de achterzijde, een groeve ; op de zijdelingsche deelen zijn nog twee groeven, waar de wortels van de ruggemergszenuwen uittreden. Op een doorsnede door het r. kan men onmiddellïjk aan de kleur twee gedeelten onderscheiden, een centraal gebied van grijze stof en een mantel van witte stof. De doorsnedefiguur van de grijze stof gelijkt sterk op een vlinder. Men onderscheidt er de voorste zuilen en de achterste zuilen aan, door een middengebied verbonden. De eerste zijn vrij breed en plomp, de achterste slanker. Evenals bij de hersenen bestaat de grijze stof in hoofdzaak uit zenuwcellen, de witte stof uit zenuwvezels. (Zie ZENUWWEEFSEL).

Aan elke ruggemergszenuw kan men een voorsten en een achtersten wortel onderscheiden. De voorste wortel is een bewegingszenuw. De oorsprongscellen daarvan bevinden zich in de voorzuil van het r.; de wortel zelf treedt uit de voorste zijdelingsche groeve te voorschijn. De achterste wortel is een gevoelszenuw. Zij komt van de huid, of van eenig dieper deel van het lichaam (spier, gewricht, beenvlies), heeft dan haar zenuwcellen allereerst in den intervertebralen zenuwknoop en zendt dan de uitloopers daarvan door de achterste zijdelingsche groeve in het r. Hier kunnen deze vezels zich verschillend gedragen. Zij kunnen zich b.v. onmiddellijk naar de cellen in de voorzuil begeven en dan voor reflexen dienen, of zij kunnen om andere cellengroepen in het ruggemerg eindigen en allerlei verschillende verbindingen vormen.

Ook kunnen zij door het ruggemerg opstijgen naar de hersenen. De witte stof van het ruggemerg bestaat uit zenuwvezels. Dit kunnen vezels zijn, die uit de hersenen komen en in het ruggemerg eindigen, of omgekeerd kunnen zij naar de hersenen opstijgen. In de derde plaats kunnen het vezels zijn, die verschillende niveaux van het r. onderling verbinden, z.g.n. associatievezels. Evenals de hersenen wordt het r. door vliezen omgeven, die dezelfde zijn als de hersenvliezen.