Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Ramses

betekenis & definitie

Ramses - (Grieksch uit Egypt. Rê-mes-soe „de zonnegod Re heeft hem voortgebracht”), naam van talrijke koningen van Egypte. De beroemdste is R. 11 (1292-1225), die het Egypt. rijk uit de dagen van Thoetmes III (1501-1447) poogde te herstellen. Maar hij slaagde hierin slechts ten deele, daar hij de in Fenicië vooruitdringende macht der Hittieten niet kon terugdringen, doch na hardnekkigen strijd hen hoogstens een poos kon tegenhouden.

Verder zijn van R. II vooral zijn talrijke bouwwerken bekend, waarvan de overblijfselen overal in Egypte worden aangetroffen (hierbij vergete men echter niet, dat hij vaak plagiaat pleegde en zijn naam eenvoudigweg op de bouwwerken van vroegere koningen liet beitelen). Zijn geliefde residentie was Soan (= Tanis), in de O. Delta („het gebied van Soan”, Psalm 78, 12). Zie UITTOCHT. — R. III (1200-1167) is bekend door zijn strijd tegen de z.g.n. „Zeevolken” uit het N., die hij uit Egypte terugdreef; hij kon echter niet verhinderen, dat de Filistijnen zich aan de kust vlak ten N. van Eg. vestigden. — Onder zijn opvolgers, R. IV-R. XII (tot 1090), werd Egypte steeds zwakker, door het binnendringen van talrijke buitenlandsche elementen en door een eenzijdig overwicht van den invloed der priesters.