Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Quack (henri peter godfried)

betekenis & definitie

Quack (henri peter godfried) - geb. 1834, overl. 1916, na zijn promotie secretaris der Kamer van Koophandel te Amsterdam, daarna van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. In 1868 benoemd tot hoogleeraar in de staathuishoudkunde te Utrecht; in 1877 trad hij af en werd secretaris van de Nederlandsche Bank, totdat hij in 1885 opnieuw als hoogleeraar optrad, nu te Amsterdam, waar hij tot 1894 werkzaam bleef, toen hij optrad als pres.-comm. der Maatsch. van Staatssp.w. Q. heeft zeer veel over politieke en sociale onderwerpen geschreven; hij is een der warmste verdedigers van de sociale taak van den Staat geweest, b.v. in zijn Studiën op sociaal gebied (1877). Zijn hoofdwerk is: De Socialisten.

Personen en stelsels (6 dln.), dat herhaaldelijk is herdrukt; als vervolg erop: Uit den Kring der Gemeenschap (1900). Belangrijk is zijn autobiografie: Herinneringen (1912). Zie over Q.: J. Saks, Nieuwe Tijd (1916, 1917).