Piroplasmosen, - bloedziekten bij zoogdieren, vooral herkauwers. Worden veroorzaakt door ééncellige parasieten, verwant met de malaria-parasiet en welke Babesia — vroeger Piroplasma — genoemd worden. Eigenlijk zouden de ziekten dus Babesiosen genoemd moeten worden. Deze parasieten leven, evenals de malaria-plasmodiën, in de roode bloedlichaampjes, welke te gronde gaan, wat den dood van den gastheer kan ten gevolge hebben.
Een groot verschil echter met malaria is de overbrenging der Babesiën; deze geschiedt niet door muggen, maar door verschillende soorten van teken en wel van de familie der Ixodiden. De meest bekende dezer ziekten is de haemoglobinurie of Texaskoorts van het rund, ook rundermalaria genoemd. Overdrager is de teek Boöphilus, die op een rund leeft en bloed zuigt. Is dit een besmet rund, dan zuigt de teek met het bloed de Babesiën op en infecteert zichzelf en ook haar eieren. Wanneer nu het Boöphiluswijfje geslachtsrijp is, valt het op den grond en legt daar eieren, waaruit larven komen, die met B. besmet zijn; deze kruipen weder op runderen, zuigen bloed en brengen aldus de ziekte over.
De runderen krijgen derhalve de ziekte door het loopen in velden, waar zich besmette larven bevinden. Daarom is de ziekte niet te voorkomen. In N.-Amerika vooral kan zij hevig woeden (Texaskoorts), verder in Z.-Amerika, Afrika, O.-Azië en Australië. Tallooze runderen gaan hieraan te gronde.