Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Paulsen

betekenis & definitie

Paulsen - (Friedrich), Duitsch wijsgeer, 1846—1908, hoogl. in de filosophie en paedagogiek te Berlijn, is beïnvloed door Kant en Schopenhauer, maar nog meer door Spinoza en Fechner. Door zijn klaren, boeienden stijl en zijn talent om moeilijke problemen bevattelijk voor te dragen, was hij lang een der meest gelezen wijsgeerige schrijvers en heeft hij in breede kringen belangstelling voor de filosofie gewekt. Zijn twee meest bekende werken zijn de Einleitung in die Phil. (in 1909 de 21ste druk) en zijn Ethik (in 1906 de 8ste druk). Zijn metafysika is pantheïstisch zonder vijandschap tegen het Christendom.

Hij verkondigt het psychisch monisme of panpsychisme met het universeele parallelisme. „Het lichamelijke is verschijning en symbool van het psychisch-geestelijke leven; dit laatste is het op zich zelf en in eigenlijken zin werkelijke”. De kern van het psychische is de wil (voluntarisme, een door P. gevormde term). De Ethiek van P. is teleologisch-energetisch. Zij is een op anthropologie, psychologie en sociologie baseerende „theorie der levenskunst”, berustend op de wetenschap van de goederen, die aan het leven waarde geven. Het hoogste is niet geluk en lust, maar de volle ontwikkeling en uitoefening van alle in den menschelijken aanleg liggende krachten. P.’s aan de Ethiek gewijd werk neemt positie tegenover de brandendste moderne problemen, getuigt overal van groote menschenkennis en is vol van de fijnste opmerkingen. — Als paedagoog heeft P. vooral invloed gehad door zijn groot boek: Geschichte des gelehrten Unterrichts, 2e dr. 1895. Verder zijn onder zijn talrijke geschriften nog te noemen: Kant (in Frommann’s Klassiker), 4e druk 1904; Schopenhauer, Hamlet, Mephistopheles, 2de druk 1911; Philosophia militans, 2de dr. 1901; Aus meinem Leben, 1909.

< >