Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Pasmunt

betekenis & definitie

Pasmunt - Kleingeld, wettig betaalmiddel tot beperkte bedragen. De metaalwaarde is veelal belangrijk beneden de nominale waarde. Aanmunting staat dan ook niet aan particulieren vrij, maar geschiedt uitsluitend van staatswege.

Hier te lande hebben wij de volgende pasmunt: in zilver het kwartje en dubbeltje, in nikkel den stuiver, in brons den halven stuiver, den cent en den halven cent. Volgens art. 5 der Muntwet 1901 is niemand verplicht zilveren pasmunt tot een hooger bedrag dan f 10.-, nikkelen tot een hooger bedrag dan f 1.- en bronzen tot een hooger bedrag dan f 0.25 aan te nemen.