Örebro - 1) provincie (län) in Midden-Zweden; 9000 K.M.2 (waarvan 1000 K.M.2 water), met inw. Van het land is 18% bouwland, 3% weiland, 62% is met bosch bedekt en 17% is woest. Graan is het belangrijkste landbouwproduct; daarbij aanzienlijke veeteelt; zuivelfabrieken.
De ontginning der bosschen vestigde talrijke houtzagerijen. De bodem levert natuursteen, kalk, en vooral ijzer, mijnen en hoogovens van Grängesberg; ongeveer 10% van de totale productie van Zweden wordt hier voortgebracht.
2) hoofdstad hiervan aan de Svartå vlak bij het Hjelmarmeer met 31.000 inw., en belangrijke industrie, vooral ijzergieterijen en machine (locomotieven) fabrieken. Te Ö. zijn meermalen belangrijke rijksdagen gehouden: in 1810 die maarschalk Bernadotte tot troonopvolger uitriep; in 1812 werd er de vrede met Engeland geteekend. De stad is bijna geheel opnieuw gebouwd na den brand van 1854.
