Nitrocellulose of schietkatoen, is een tetra-, penta-, of hexanitrocellulose. Ze wordt bereid door nitreeren van ontvette katoen met behulp van zwavelzuur en salpeterzuur (ongeveer 2½ : 1). Al naar het watergehalte van het nitreerzuur ontstaan de verschillende producten. Het reactieproduct wordt met water uitgekookt, en in waschhollanders gewasschen.
Ten slotte wordt gedroogd met alkohol. N. is een zeer belangrijke springstof. Behalve hiervoor wordt n., en wel speciaal het tetranitrocellulose, onder den naam collodium opgelost in alkohol en aether, voor tal van industrieën gebezigd. Zoo bestaat celluloid uit ingedroogde collodium en kampher. De kunstzijde volgens Chardonnet is gedenitreerde n. (Zie KUNSTZIJDE). In de gloeikous-industrie dient collodium als verstijving van het veraschte kousje. Ten slotte wordt collodium nog toegepast in de pharmacie en de photografie, en vroeger veel als grondstof voor films.