Minckelers (jan pieter) - geboren 1748 te Maastricht en ald. overleden 1824, is de uitvinder van het steenkolengas en heeft reeds in 1784 zijn natuurkundig kabinet te Leuven er mede verlicht. Na zich aanvankelijk voor den geestelijken stand voorbereid te hebben, veranderde hij van zienswijze en bestudeerde hij aan de Leuvensche hoogeschool de natuurwetenschappen. In 1772 werd hij tot professor in die faculteit benoemd. Nadat de gebroeders De Montgolfier in 1782 den luchtballon hadden uitgevonden, deed M. op verzoek van den hertog van Aremberg met zijn ambtgenooten Thysbaert en van Bouchaute in 1783 proeven ter verkrijging van een goedkoop en licht gas ter vulling van luchtballons.
In het begin van 1784 maakte M. het resultaat van zijn onderzoekingen openlijk bekend en deelde hij in een Mémoire sur l’air inflammable tiré de différentes substances mede, dat hij 1 Oct. 1783 een geweerloop met steenkolen gevuld hebbende, spoedig en overvloedig ontvlambare lucht verkregen had, vier maal lichter dan de dampkring. Reeds in 1785 verlichtte hij de collegezaal van den Gentschen geleerde Hulthem. De bekende Fransche natuurkundige en paleontoloog Panjes de Saint Fond maakte die ontdekking van M. wereldkundig in zijn werk: Description des expériences de la machine aérostatique de Messieurs de Montgolfier et de celles, auxquelles cette découverte a donné lieu, hetgeen in 1784 in het Fransch en Italiaansch verscheen. In 1788 werd de hoogeschool naar Brussel verplaatst en kort daarop keerde M. naar zijn geboorteplaats terug en was aldaar werkzaam als apotheker. Kort na de oprichting in 1797 van de Ecole centrale — het latere Athenaeum — te Maastricht, werd M. daaraan benoemd tot prof. in de natuur- en scheikunde. In de daarop volgende jaren maakte hij een studie van de versteeningen in den St.-Pietersberg. Cuvier heeft van deze onderzoekingen gebruik gemaakt bij de samenstelling van zijn Recherches sur les ossements fossiles.
Tengevolge van een beroerte moest hij zich uit het werkzaam leven terugtrekken. Na dien tijd bleef M. steeds min of meer ziek. Weinige dagen na zijn dood verscheen een artikel in de „Journal du Limbourg”, door den hoogleeraar M. Martens geschreven, waarin M. als de uitvinder van het steenkolengas wordt genoemd. Een belangrijke levensbeschrijving van M. verscheen in 1839, door den Luikschen hoogleeraar M. Ch. Morren. In 1904 verrees te Maastricht een standbeeld ter huldiging van de verdiensten van M.