Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Looistoffen

betekenis & definitie

Looistoffen - een groep plantaardige producten, welke de eigenschap gemeen hebben, de dierlijke huid in leder over te voeren, d. w. z. haar te verduurzamen en bestendig tegen vocht en droogte te maken. Hun chemisch karakter is niet voldoende bekend; waarschijnlijk is ook de looiende werking niet, zooals men vroeger meende, steeds aan eenzelfde chemisch individu, „tannine”, gebonden. Men vat de chemisch werkzame verbindingen te zamen onder den naam „looizuren”, daar ze alle zure eigenschappen vertoonen. Met eiwitten en lijmoplossingen vormen ze onoplosbare verbindingen (coagulatie) ; ze bezitten zonder uitzondering een samentrekkenden smaak, en kleuren ijzerzouten blauw of groen.

Behalve het gehalte aan looizuren, is van wezenlijk belang het gehalte aan suiker of andere organische stoffen, welke bij de looiïng door gisting of anderszins in zuren overgaan, aangezien door de sterk zure reactie der looikuip eerst de behoorlijke zwelling en dus een voldoende diep doorgewerkte looiïng wordt verkregen. Het gehalte aan looizuren wordt volgens internationaal overeengekomen methode met behulp van huidpoeder bepaald. Men onderscheidt de l. wel in pyrocatechine-l. en pyrogallol-l., al naar het voorkomen van één dezer stoffen onder de ontledingsproducten. In het algemeen kleuren de eerste het ieder sterker dan de laatste, welke daarentegen een soepeler leder geven, dat bovendien beter tegen water bestand is. De eerste bevatten veel „phlobaphenen’ , roodachtige kleurstoffen, welke ook de roode kleur van het leer veroorzaken. — De voornaamste l. zijn: Eikenbast of run, de oudste en nog steeds voor ons land de allerbelangrijkste, geeft een zeer sterk, duurzaam leer. Het best is bast van boomen van 15— 20-jarigen leeftijd, al naar de speciale soort eik. Na dien leeftijd daalt het looizuurgehalte, b.v. van 13 a 14% tot 5 a 8%.

— Dennenbast, speciaal van Picea excelsa, is goedkooper dan eikenbast, en, mits goed gesorteerd, weinig minder bruikbaar. Tegenwoordig voortdurend meer in plaats van, of naast eikenbast gebezigd. Looizuurgeh. 6—20%. Het kan in praktisch onbegrensde hoeveelheden worden gewonnen als nevenproduct van de houtslijpindustrie (zie PAPIER). Het bevat veel zuurvormers, en wordt daarom dikwijls gebruikt te zamen met Quebracho, dat daaraan zeer arm is. Abies canadensis levert de in N.-Am. zeer veel gebruikte Hemlockbast. Wilgenbast dient o. a. in Rusland voor de bereiding van het juchtleer, evenzoo berkenbast. De daarmee gelooide l. heeft een eigenaardige geur.

Van de vele buitenlandsche looibasten zijn te noemen: Mangrovebast van verschillende tropische Rhizophora-, Ceriops- en Brugiera-soorten, met een zeer hoog looizuurgehalte (25—45 %); kleurt het leder sterk rood, Voornamelijk uit West-Afrika (Kameroen), West-Indië en Ned. Oost-Indië (Borneo). Export van N.O.-Indië ± 9000 ton in 1909. Mimosabast of Wattle van eenige Australische Acacia-soorten (A. decurrens, A. pycnantha, A. mollissima), 20—50 % looizuurgehalte, tegenwoordig ook uit Natal en Duitsch O.-Afrika. Levert lichtgekleurd, zacht leer. Malletbast van Eucalyptus occidentalis uit West-Australië, is een der rijkste looistoffen (tot 55 % looizuren). — Naast de bast worden ook vruchten voor de looierij gebruikt. De voornaamste zijn: Valonea of akerdoppen, de vruchtbekers en andere onderdeelen van de eikels der Quercus Aegilops, Griekenland, Klein-Azië en Italië. Stapelplaats Smyrna.

Het hoogst in looizuurgehalte (tot 50 %) en dus het meeste waard zijn de bekerschubben, welke afzonderlijk als trillo in den handel komen. Myrobalanen zijn de onrijpe, nootachtige vruchten van Terminalia Chebula uit Engelsch- en Ned. O.-I. De export is voor Ned. O.-I. van groot belang. Looizuurgehalte 20—45 %, veel gebezigd voor zoolleer. Divi-divi van Caesalpina Coriaria uit Centraal-Amerika, o.a. Ned. West-Indië, bevat 30—50% looizuren.

Bijzondere soorten ervan zijn de Curaçaosche guara; nauw ermee verwant is de Celavinia van C. tinctoria (uit Bogota) en de onechte divi-divi of Algobarilla van Balsamocarpum brevifolium. Zij bevatten alle veel zuurvormende bestanddeelen, — Van de gemalen houtsoorten is het belangrijkst het Quebrachohout van de Zuid-Amer. Schinopsis Lorentzii en S. Balansae heeft tot 26% looizuren, daarentegen weinig of geen zuurvormende bestanddeelen. Het is één der oudste geïmporteerde looistoffen. Wordt tegenwoordig meestal als extract gebezigd. Jaarproductie overschrijdt 100.000 ton, vooral belangrijk voor Argentinië (Gran Chaco-district). Eikenhout wordt hier en daar (Slavonië, Hongarijë, Canada) eveneens geëxtraheerd, evenzoo Kastanjehout van Castanea vesca uit Italië en Zuid-Frankrijk. Afkomstig van bladeren zijn verder eenige zeer belangrijke l., te weten: Gambir van Uncaria gambir, zeer verspreid in de Straits-Settlements, meestal direct geëxtraheerd, wordt voor zacht, zwaar leer gebezigd.

Het is ook bekend als onechte catechu. Sumach of smak, veel gebruikt voor fijne en lichte leersoorten, is een poeder van de bladeren van Rhus coriaria e. a. Rhus-soorten uit Syrië, Palestina, Spanje, Sicilië, Zuid-Italië en Algiers, tegenwoordig ook in N.-Am. aangekweekt. De beste (N.-Am. en Sicilië) bevat tot 20% looizuur. Tegenwoordig wordt ze ook veel als extract gebruikt. Onechte sumach is afkomstig van Cotinus-soorten en doet niet onder voor de echte. Met S. gelooid leer is niet erg bestendig tegen water. — Galnoten, pathologische plantenproducten, speciaal op eiken, kunnen tot 75% looizuren bevatten, en behooren dus tot de sterkst werkzame L. Zeer gezocht zijn de Chineesche galappels en de Aleppo-appels. De Hongaarsche „Knoppern” bevatten tot 35% looizuren. Canaigre is de knol van de Z.-Am.

Rumex Hymenocephalus, geeft fraai oranje gekleurd leer voor sierwerk. Bevat tot 30% looizuren, wordt tegenwoordig ook in Frankrijk gecultiveerd ten einde de eiken- en kastanjebosschen te sparen. Catechu, cachou of cutch uit de Eng.-Ind. Acacia Catechu, wordt soms, te zamen met dennenbast, als looimiddel voor bovenleer gebezigd. Zijn belangrijkste toepassing is echter die bij het tanen van vischnetten. Onechte cutch is ingedampt mangrovenbast-extract of ook gambir-extract.

Van de kunstmatige, synthetische l. is voorloopig slechts het Neradol D van de Badische Anilin und Sodafabrik een succes. Het is gevormd door condensatie van een phenolsulfonzuur met formaldehyd. Het is duur en looit niet volledig. Daarentegen versnelt het de looiende werking van andere stoffen, en veroorzaakt het een lichte kleur van het leer. Behalve de hier behandelde l., worden er nog tal van andere stoffen gebezigd voor het looien van leer: aluminium- en chroomzouten oliën en tranen, eigeel e.a. Zie LEDER. Men rekent ze evenwel gemeenlijk niet tot de looistoffen.

< >