Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lodewijk philips (louis philippe)

betekenis & definitie

Lodewijk philips (louis philippe) - koning van Frankrijk, zoon van Philips (Egalité) hertog van Orleans, geb. 1773, koos bij ’t uitbreken van de Fransche revolutie evenals zijn vader de zijde van het volk, streed mede in de revol. legers bij Valmy en Jemappes, maar moest na het verraad van Dumouriez de vlucht nemen. Na een tijdlang onderricht te hebben gegeven in Reichenau (Zwitserland), maakte hij verschillende reizen door Skandinavië en de Ver. Staten en vestigde zich van 1800 tot 1807 in de buurt van Londen. In de volgende jaren streed hij mede in Spanje tegen Napoleon, keerde in 1814 naar Frankrijk terug, waar hij zich na een kort verblijf in Engeland duurzaam vestigde.

Bij ’t uitbreken van de Juli-revolutie werd hem door ’t provisioneel bewind op aanraden van Laffitte, de waardigheid van luitenant-generaal opgedragen. Wanneer Karel X, die hem als zoodanig erkende en als regent had aangewezen voor Hendrik van Chambord, gevlucht is, wordt Louis Philippe uitgeroepen tot koning der Franschen (Aug. 1830). In de nieuwe grondwet, welke hij bezweren moest, werd gebroken met de beginselen van ’t koningschap bij de gratie Gods en het Kath. als staatsgodsdienst. Vrijheid van drukpers werd ingevoerd, terwijl de volksvertegenwoordiging ’t recht van initiatief kreeg. Tijdens zijn regeering streden twee partijen om den voorrang: de „parti du mouvement”, geleid door La Fayette en Laffitte, die in de binn. pol. doorvoering van 't democratisch beginsel wilde en in de buit. pol. Frankrijks macht wilde vergrooten door ondersteuning van de revolutionnaire partijen in andere landen; en de „parti de la résistance”, geleid door Guizot, die tevreden wilde zijn met de behaalde resultaten en naar buiten een vredelievende pol. wilde voeren. Van 1830 tot 1831 heeft de parti du mouv. de leiding in handen, welke echter moet terugtreden, als de koning er niet toe kan overgaan, een oorlog te ondernemen tegen Oostenrijk, naar aanleiding van ’t optreden van dat land in den Kerk. Staat.

Ook in België heeft de politiek van deze partij geen succes. Met den val van ’t min.-Laffitte (Maart 1831) begint de regeering van de parti de la résistance. Zij slaagde erin het koningschap van L. Ph. te handhaven tegen een beweging van de legitimisten (1832) en de republikeinen (1832), die echter een voor de regeering gevaarlijke partij vormden en, bestaande uit geheime vereenigingen, telkens weer opstanden wisten te bewerken (1834, 1837 en 1839), ondanks de maatregelen, die tegen haar genomen werden. Langzamerhand kwam er verdeeldheid onder de leden van de parti de la résistance. Een deel geleid door Guizot stond voor ’t monarchale stelsel van de const. monarchie, terwijl een ander deel onder aanvoering van Thiers voorstond ’t parl. stelsel (le roi règne et ne gouverne pas). In de buit. pol. was men niet zeer gelukkig.

Frankrijk was genoodzaakt in 1840 af te zien van ondersteuning van Mehemed Ali van Egypte (zie OOSTERSCHE KWESTIE), waarbij het Engeland tegenover zich zag. Van 1840 tot 1848 berust dan het bestuur bij Guizot, die geheel en al een behoudende politiek voerde en angstvallig voor handhaving van den vrede zorgde. Zoo kwam er tijdens de regeering van Louis Philippe betrekkelijk weinig tot stand. Met de regeling van ’t onderwijs en ’t spoorwegwezen werd een aanvang gemaakt. Door de Febr.-revolutie van 1848 is er aan ’t koningschap van L. Ph. een einde gekomen. Hij vluchtte naar Engeland, waar hij in 1850 stierf. — Litt.: K. Hillebrand, Geschichte Frankreichs (1830-1848; 2 dln. 1877-79); Fournière, Le règne de Louis Philippe (Histoire socialiste).

< >