Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kootgewricht

betekenis & definitie

Kootgewricht - is bij het paard een gewricht van beteekenis. Het wordt gevormd door de ondervlakte van het pijpbeen, de bovenvlakte van het kootbeen en twee sesambeentjes. Op de achtervlakte loopen de buigpezen, die door de sesamscheede omgeven zijn, op de voorvlakte de strekpezen, waaronder een slijmbeurs ligt. De stand der beenderen is zoodanig, dat het k. veert, en dus den schok breekt.

Door banden en pezen op de achtervlakte wordt het doorzakken van het gewricht onmogelijk gemaakt. Zeer gemakkelijk kan het gewricht gebogen worden. De hoek tusschen pijp- en kootbeen moet aan de voorbeenen liefst 135°, aan de achterbeenen 125° zijn.