Klipper - 1) Oorspronkelijk Engelsch vaartuig voor de vaart tusschen Singapore en Macao. Later de naam voor Amerikaansche koopvaarders, waarbij het grootspant achter het midden der lengte geplaatst was, een breed vlak had en een zeer groote kluiver of stagfok. Het waren snelle zeilers. Door den goeden naam, dien dit soort schepen had, werd de naam k. vaak aan schepen gegeven, die met het oog op snel zeilen gebouwd waren, hoewel zij de goede eigenschappen van de ware k. niet bezaten.
2) K. of klipperaak, binnenvaartuig, zie fig. Oorspronkelijk was de boeg voller en zonder steven gebouwd. Het vlak strookte aan de boeg naar boven en de zijbeplating er tegen aan. Later met steven uitgevoerd, de boeg scherper, de stevenaak en met overhangenden steven, de k.