Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jotham

betekenis & definitie

Jotham - (Hebr. „Jahwe is volmaakt”), 1) jongste zoon van den richter Gideon; ontkwam aan het door Abimelech aangerichte bloedbad, en wees, door middel eener beroemde fabel, de bewoners van Sichem op het gevaar van Abimelech’s koningschap; Richt. 9, vgl. GAAL.

2) koning van Juda (740—736 v. Chr.), zoon en opvolger van Uzzia, gedurende wiens laatste jaren J. mederegent was. Van vèrstrekkenden invloed is zijn pro-Assyrische politiek geweest; hij weigerde mee te doen aan de Israëlietisch-Arameesche coalitie’ tegen TiglatPileser IV. Daaraan is toe te schrijven de onder J.’s zoon Achaz gevoerde „SyrischEfraimietische oorlog”, maar ook ’t feit, dat Juda niet werd meegesleept in Samaria’s val (722). 2 Kon. 15.

< >