Infralapsarisme - dogm., opvatting in zake de voorbeschikking, volgens welke in Gods wereldplan de Verkiezing en de Verwerping der menschen volgt op den zondeval van Adam (Lat. infra: beneden; lapsus: val). Men bedoelde hiermede de erkenning van de abnormaliteit der zonde, die zich niet onmiddellijk uit Gods wil laat verklaren, zoodat God besluit uit de moedwillig van Hem afgevallen menschheid sommigen volgens zijn genade te verkiezen uit, en anderen volgens zijn rechtvaardigheid te laten in den toestand van schuldige ellende. Tegenover het i. staat het Supralapsarisme, dat de Verkiezing en Verwerping aan den val laat voorafgaan.
Dit verschil deed zich vooral in de Gereformeerde theologie, die de voorbeschikking leerde, voor. De belijdenisschriften zijn gestemd en spreken in den zin van het i. Een bepaalde beslissing werd niet genomen. Infralapsariër; aanhanger van het I.: beneden-val-drijver, tegenover supralapsariër: boven-val-drijver.