Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Inenting

betekenis & definitie

Inenting - het inbrengen van eenige stof door een huidwond teneinde het organisme te immuniseeren voor de een of andere ziekte, de prophylactische i., dan wel ter genezing van reeds uitgebroken ziekten, curatieve i. De i. is dus een willekeurige besmetting met een ziekteverwekkende stof. Gewoonlijk wordt het begrip i. beperkt tot de i. tegen de pokken, de vaccinatie, hoewel in de laatste jaren, vooral tijdens den oorlog, op groote schaal i. tegen andere infectieziekten wordt toegepast. De i. tegen pokken is ontdekt en ingevoerd door Edward Jenner, die de eerste vaccinatie met koepokstof op 14 Mei 1796 verrichtte op een 8-jarigen knaap. Na deze goedgeslaagde proefneming verbreidde zich de i. in weinig tijd zeer snel; in de 19e eeuw is zij in schier alle beschaafde landen ingevoerd en in vele landen, ook Nederland, verplicht gesteld voor het bezoek van de scholen.

De i. geschiedt zoo, dat, met een daarvoor geschikte entnaald op den bovenarm of het bovenbeen een aantal prikken worden gegeven en wat entstof onder de huid wordt gebracht. Na enkele dagen komen eenige pokken op, die spoedig genezen en het ingeente kind voor verscheidene jaren immuniteit tegen pokken verschaffen. Na 10—15 jaar is een herinenting gewenscht. Deze ervaring met de i. is zonder eenigen twijfel een der meest zegenrijke voor de menschheid geweest. Tegenover de namelooze ellende van de groote pokkenepidemieën in vroegere eeuwen staat thans de absolute zekerheid, dat men een uitbrekende pokkenepidemie in 14 dagen onderdrukken kan. Toch ontmoet ook tegenwoordig de i. bij den mensch nog tegenstanders. Laat men geloofsovertuiging buiten bespreking, dan zijn de overige argumenten, die de tegenstanders kunnen aanvoeren, van geen of zeer geringe beteekenis.

Het eerste argument is de kans op infectie met andere ziekten. Vroeger was deze angst voor infectie niet denkbeeldig, omdat men toen vaak van mensch op mensch entte. Tegenwoordig doet men dat niet meer, doch gebruikt men voor de i. uitsluitend het vocht uit de pokken, die men bij het kalf heeft doen optreden, dus dierlijke entstof. Deze wordt onder nauwkeurige anti- of aseptische maatregelen verzameld, zoodat kans op infectie uitgesloten mag heeten. Een tweede argument is dat de i. geen absolute zekerheid voor immuniteit geeft. Na i. komen echter bij ruim 98% der ingeente personen pokken op, zoodat de kans, dat geen immuniteit zou worden verkregen, zeer gering is.

< >