Immuniteit

betekenis & definitie

Immuniteit - De Frankische vorsten gaven privileges van i. waardoor zeker gebied werd onttrokken aan de macht van den graaf. Men begrijpt licht, hoe hierdoor de grafelijke en dus ook de macht van den vorst zelf verminderde, hoe dit stelsel van immuniteits-privileges te verleenen den klem aan de Staatsmacht heeft ontnomen. Want, al hadden deze privileges geen andere beteekenis, dan dat tusschen den vorst en den immuniteitsheer een schakel (n.l. de graaf, de ambtenaar van den vorst) was weggevallen, en al bleef de immuniteitsheer den vorst trouw schuldig, op den duur zocht hij ook van den vorst vrij te komen. Op deze wijze zijn ontstaan tal van heerlijkheden, die veelal in leen werden gehouden van den graaf, nadat deze de plaats van den vorst was gaan innemen. (Zie GRAAF en HEERLIJKHEID).