Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hooge raad

betekenis & definitie

Hooge raad - of voluit Hooge Raad der Nederlanden (veelal afgekort als H. R.). Opperste gerechtshof hier te lande (162 Grw.), vóór alles belast met het toezicht op den geregelden loop en de afdoening van rechtsgedingen, alsmede op het nakomen der wetten door de leden der rechterlijke macht. Hij kan als hof van cassatie hunne handelingen, beschikkingen en vonnissen, wanneer die met de wetten strijdig zijn, volgens de bepalingen en behoudens de uitzonderingen der wet, vernietigen en buiten werking stellen (165 Grw.), hetzij op verzoek van een der partijen, hetzij ambtshalve op vordering van den Procureur-Generaal (96 R. O.); zie CASSATIE. Daarnaast is de H. R. nog met eenige andere werkzaamheden belast (zie 165, 3e lid Grw.). Zoo met de berechting van ambtsmisdrijven door sommige hoogwaardigheidsbekleeders gepleegd (164 Grw., 92 R. O.; zie FORUM PRIVILEGIATUM), van jurisdictiegeschillen (88 R. O.) en van de misdrijven van zeeroof en kaapvaart (93 R. O.). Ook fungeert de H. R. als prijsgereeht (89 R. O.). Zie voor eenige andere werkzaamheden, aan den H. R. opgedragen: HANDLICHTING, GRATIE, WETTIGING. — Zie voor de samenstelling van den H. R. art. 1 der wet van 5 Juli 1910, Stb. 181, gew. 17 Juli 1911, Stb. 214, voor de verdeeling in kamers, aantal leden ter terechtzitting enz. artt. 77—88 Regl. I. De president, de vice-president en de raadsheeren van den H. R., benevens de Proc.-Gen., worden voor hun leven aangesteld, de advocaten-generaal, de griffier en zijn substituten tot wederopzeggens toe (84 R. O.). —Wanneer een plaats van Raadsheer in den H. R. openvalt, geeft deze daarvan kennis aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en zendt daarbij in een door den Raad, de P.-G. daaronder begrepen, bij gesloten briefjes en met meerderheid van stemmen opgemaakte aanbevelingslijst van 6 candidaten.

De leden der hoven en der arr. rechtbanken, benevens de leden van het O. M. bij deze, welke deze hunne ambtsbedieningen met lof en ijver hebben waargenomen, zullen bij het opmaken dier lijst meer in het bijzonder in aanmerking komen (85 R.O.). De Tweede Kamer slaat op de bedoelde aanbevelingslijst zoodanig acht, als zij dienstig zal oordeelen (85 R. O.), en biedt aan den Koning een voordracht van drie personen aan, opdat deze daaruit bij de benoeming (162 Grw.) een keuze zal doen (163 Grw.). President en vicepresident worden door den Koning uit de leden van den H. R. benoemd (163 Grw.).— Om tot lid van den H. R. te kunnen worden benoemd moet men ten minste 10 jaren doctor in de rechtswetenschap zijn, niet jonger dan 35 en niet ouder dan 76 jaren (86 R. O.). —Als oudste voorganger van den H. R. wordt veelal; genoemd de in de 15e eeuw door Philips den Goede van Bourgondië ingestelde Groote of Geheime Raad, sinds 1473 te Mechelen gevestigd. — Onze afscheiding van Spanje leidde Willem van Oranje tot het in 1582 instellen van een rechtscollege onder den naam van H. R. als hof van appèl voor Holland, Zeeland en Westfriesland. — De staatsregelingen van 1798, 1801, 1805 en 1806 spreken van een opperste nationaal gerechtshof. — Onze inlijving bij Frankrijk doet echter het Hof van Cassatie van Parijs als hoogste gerechtshof ook voor ons land gelden. — De grondwetten van 1814 (art. 102) en 1815 (art. 176) schrijven de instelling van een opperste gerechtshof onder den naam H. R. der Nederl. voor. Het duurde echter tot 1838 eer dit tot stand kwam. Intusschen fungeerde het Hoog Gerechtshof te ’s Gravenhage als hoogste rechtscollege.