Great salt lake - (Groote Zoutmeer), meer in den staat Utah van de Ver. Staten. Het is een diepe inzinking van het zoogenaamde Bonneville- of Utah bekken. Toch ligt de waterspiegel van het meer nog op 1282 M. boven zeeniveau, vroeger waarschijnlijk nog 4 M. hooger.
Het meer heeft tegenwoordig een oppervlakte van ongeveer 6100 K.M.2, maar heeft ongetwijfeld eenmaal een veel grootere uitgestrektheid gehad (ijstijd). Volgens de onderzoekingen van Russels en van Gilberts bevonden zich toen in het 0. van het Groote Bekken meren, die een omvang hadden van het tegenwoordige Bovenmeer (2½ maal Ned.) en vormden Groote Zoutmeer met Utah- en Seviermeer één geheel, dat thans het „fossiele” Lake Bonneville wordt genoemd. Dit meer had bovendien een afvloeiing naar zee en bevatte dus zoet water. Thans wordt het Groote Zoutmeer gevoed door de Jordaan en de Bear River. Aangezien het thans geen afvloeiing naar zee meer heeft en de verdamping er zeer sterk is, wordt het zoutgehalte buitengewoon hoog. Het water bevat o.a. 19.3 % chloornatrium, 1,5 % chloormagnesium, 0,9'% kaliumsulfaat, 0,8 % gips.
Het zoetwater, der rivieren en kleinere meren werd door de Mormonen gebruikt voor bevloeiïng van de omliggende landen en voor het oprichten van electrische krachtstations. Zoo ontstond in dit woestijngebied een merkwaardig centrum van kultuur, waarvan het middelpunt werd Great Salt Lake City. Deze stad, gelegen aan de Jordaan, op korten afstand van de monding dezer rivier, in het Z.O. van het meer, telde in 1915 114.120 inwoners. Zij ligt schilderachtig aan den voet der Wasatch Mountains en is hoofdstad van den staat Utah en tempelstad en heilige plaats der Mormonen. Haar economische beteekenis ontleent zij echter als centrum van een zich steeds uitbreidend landbouwgebied, als marktplaats voor ertsen, hout en kolen en aan een sterk opkomende industrie. In 1860 telde de plaats niet meer dan 8000, in 1880 — 21.000, in 1900—54.000, in 1910 -— 93.000 inwoners. — Andere plaatsen van belang aan Great Salt Lake zijn: Ogden aan den O. oever bij het uiteinde van de Weber cañons, waar de Union Pacific-baan door werd aangelegd; hierdoor een belangrijk spoorwegkruispunt en tevens de grootste industriestad van Utah met 30.500 inwoners; Logan aan de N.O. oever, centrum van een der rijkste korengebieden met vele Mormonen-scholen, o. a. Brigham Young College.
