Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Eczeem

betekenis & definitie

Eczeem - een verzamelnaam voor diffuse ontstekingen van de bovenste huidlagen (zie HUID). De oorzaak van een e. kan verschillend zijn: vergiften, infectie, prikkelende stoffen, enz. Kenmerkend voor het e. of de eczemateuze ontsteking is slechts de diffuse uitbreiding, terwijl het begin der ontsteking of de oorzaak een plaatselijk karakter kan hebben. De verbreiding van een eerst omschreven ontsteking tot een e. kan langs de huid, doch ook langs de bloedvaten of lymphvaten geschieden.

De eczemateuze huid kan, naar den aard en de heftigheid der ontsteking, een verschillend uiterlijk hebben. Zij is rood, warm, scheidt vocht af (e. rubrum), bezit blaasjes (a.vesiculosum), puisten (e. pustulosum); zij schilfert sterk af (e. squamosum), enz. De vatbaarheid van verschillende menschen voor e., is uitermate verschillend; terwijl bij den een gemakkelijk en betrekkelijk vaak een e. optreedt, vertoonen anderen ze nooit of slechts uiterst zelden. De behandeling hangt natuurlijk geheel en al af van het lijden, dat het e. te voorschijn riep. —Bij de huisdieren is e. van verreweg de grootste beteekenis bij den hond. Hierbij worden alle vormen van e. zeer dikwijls waargenomen. Waaraan dit veelvuldig voorkomen moet worden toegeschreven, is niet bekend.

Bij andere huisdieren ziet men in hoofdzaak bijzondere vormen van e. Bij het paard wordt niet zelden plaatselijk e. waargenomen in de kootholten; het wordt dan mok genoemd en in de buiging van den handwortel of van het spronggewricht en is dan bekend onder den naam van rasp. Bij het rund is voedsel-e. het meest voorkomend, voornamelijk spoelingmok, dat is e. van de ledematen, vooral de achterste, als gevolg van het gebruiken van veel spoeling of somtijds ook ander voedsel. Andere voedseleczemen zijn boekweituitslag, dat behalve bij het rund ook bij de kleine herkauwers en het varken werd waargenomen, en klaveruitslag, dat bij runderen en schapen maar vooral bij paarden voorkomt. Deze beide vormen treden uitsluitend op aan de ongepigmenteerde huidgedeelten, wanneer de dieren na betrekkelijk groote hoeveelheden boekweit, resp. sommige soorten klaver gegeten te hebben, aan de felle zon zijn blootgesteld. Bij het schaap is de zoogenaamde regenschurft niet zeldzaam; dit is e., dat bij regenachtig weer op den schoft, den rug en het kruis der schapen voorkomt, vooral wanneer daar veel stof en vuil zich tusschen de wol bevindt. Als na het scheren, de schapen met de kale huid in den fellon zonenschijn loopen, is menigmaal e. (eczema solare) daarvan het gevolg.

< >