Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Djidda of dzjidda of djeddah

betekenis & definitie

Djidda of dzjidda of djeddah - havenstad aan de kust van de Roode Zee in Turksch-Arabië, in een dorre streek aan den rand van de woestijn; 30.000 inw. De stad heeft een buitengewoon ongezond klimaat. Ze is omringd door een hoogen ringmuur, waarbinnen de handelswijk en de meest zeer armoedige en onzindelijke huizen van de zeer gemengde bevolking liggen. D. is alleen van belang als voorhaven van het nabijgelegen Mekka, waarmee het eerlang door een spoorweg verbonden zal worden.

Het is n. l. de landingsplaats van de pelgrims, die hier jaarlijks ten getale van ± 100.000 aankomen uit alle landen van de Moh. wereld om een tocht te doen naar de heilige stad Mekka. Verder is het een belangrijke invoerhaven van allerlei levensmiddelen voor de geheele W-.kust van Arabië (Hedsjas); de jaarl. invoer heeft een waarde van ongeveer f 25.000.000. De havenwerken zijn onvoldoende en gevaarlijk door de koraalriffen; de groote schepen ankeren ongev. 3. K. M. uit den wal; passagiers en de goederen worden door kleine vaartuigen aan de nooit verlichte kade gebracht. De uitvoer is gering (paarlemoer, tapijten en schildpad). Voor het controleeren van de passen der bedevaartgangers uit onze koloniën is er een Ned. consulaat gevestigd, waardoor het misbruik van don naam hadjé (= pelgrim), die in Indië een zeker aanzien geeft, is opgeheven. Een der moeilijkste vraagstukken is dat van de watervoorziening. Het drinkwater is in den regel verontreinigd en dit is de oorzaak van het voortdurend heerschen van epidemieën en de daarmee gepaard gaande groote sterfte. De sjerief van Mekka heft hier van de pelgrims tolgeld, zijn voornaamste bron van inkomsten.

De pelgrims reizen van uit D. per kameel naar Mekka (een reis, die ongev. 2 dagen duurt); ze bezoeken in den regel in D. het „graf van Eva”, dat eenige honderden Meters lang is. — De stad behoorde vroeger tot het gebied van den Sjerief van Mekka, ofschoon sedert de 16e eeuw de Turken herhaaldelijk een stadhouder (wali) derwaarts zonden en sedert 1840 hun gezag ook metterdaad lieten gelden. Na een moord op een aantal Christenen (o.a. den Eng. en den Fr. consul) is de stad in Juli 1858 gebombardeerd door de Eng.-Fr. vloot. Vanuit D. loopt een telegraafkabel naar Soeakin in Anglo —Egypt. Soedan. De schepen van de Mij. Nederland en van de Rott. Loyd doen de haven aan.