Discipei - (Lat. „discipulus”), leerling. Uit de Lat. vertaling van het N. T. voor het Gr. woord mathêtês, waardoor de jongeren, de volgelingen van Jezus worden aangeduid. Vgl. Apostel, dat op hun betrekking tot de wereld wijst, terwijl D. hun verhouding tot Jezus doet uitkomen.
D. wordt in een engeren zin genomen voor de twaalven, maar ook in ruimeren voor allen, die zich bij Jezus aansloten. Allerlei Joodsche leeraars en Grieksche wijsgeeren hadden ook hun D. Zoo wordt in het N. T. ook gesproken van die der Farizeeërs en van Johannes den Dooper, Mat. 14 : 12, Mk. 2 : 18, Joh. 1 : 35.