Colmar (Joseph) - Colmar (Joseph Ludwig), bisschop van Mainz, geb. 1760 te Straatsburg; gest. 1818 te Mainz; 1783 priester gewijd, werkte hij eerst als leeraar aan ’t Koninklijk college en tegelijk als kapelaan van St. Stephan te Straatsburg; ook onder het Schrikbewind van de Revolutie (1791-97) oefende hij verkleed zijn apostolische werkzaamheid uit en werkte later onvermoeid aan het ziekbed en op den kansel van den Dom (1799-1802). In 1802 door de Fransche regeering tot bisschop van Mainz benoemd, reorganiseerde hij dit bisdom, dat sinds 1792 geen bisschop had, opende 1804 het Seminarie en een bisschoppelijk college, vernieuwde op zijn visitatiereizen het godsdienstig leven van geestelijkheid en volk, regelde de liturgie in den geest der Kerk en kon in 1817 weer de Sacramentsprocessie houden.
De Dom van Mainz, in 1793 afgebrand, dankt aan hem zijn herstel, die van Spiers aan hem ’t behoud; zijn apostolische ijver en naastenliefde kwamen vooral uit in het jaar van besmettelijke ziekte (1813-14). Zijn preeken onderscheiden zich door aaneengesloten opbouw, solieden, dogmatischen en moreelen inhoud, keurige en levendige wijze van uitdrukking,