Cloots - (Anacharsis), 1755-1794, geb. in de buurt van Kleef uit een adellijke Pruisische familie van Nederlandschen oorsprong. Hij ontving zijn eerste opvoeding te Parijs, werd daarna leerling van de militaire academie te Berlijn; op 20-jarigen leeftijd ving hij zijn zwerftochten door Europa aan, overal met apostolischen ijver predikend zijn révolutionnaire philosophie. De gebeurtenissen van 1789 lokten Ç. weer naar Parijs, steeds meer vervuld van zijn droom eener internationale volkerengemeenschap, die in de Fransche revolutie gestalte krijgen zou. 19 Juni 1790 verscheen hij an de balie der Nationale Vergadering, aan het hoofd van 36 vreemdelingen, tezamen vormend de „vertegenwoordiging van het menschelijk geslacht”, om de Vergadering de instemming der Wereld te betuigen met de Verklaring van de Rechten van den Mensch en van den Burger. Sedert sierde C. zich gaarne met den eerenaam van „redenaar van het menschelijk geslacht”; zijn burgernaam Anacharsis, in dezen tijd aangenomen, ontleende hij aan het Graeco-philosophisch geschrift van Barthélemy: Voyage du Jeune Anarcharsis.
Aug. 1792 scheen hem geheel uit zijn evenwicht te brengen: hij verklaarde zich tot vijand van Jezus Christus, en hater van allen geopenbaarden godsdienst. Zijn wereldomspannende fantasieën werden steeds wilder: geestdriftig stelde hij de universeele republiek der Franschen tegenover de universeele kerk der Christenen; in Parijs begroette hij het Mekka der nieuwe menschheid. „De dwaling doet alle Muzelmannen zich naar Mekka buigen; de waarheid zal de hoofden van allen opheffen, opdat zij hunne oogen richten naar Parijs.” Fransch burger en lid der Conventie geworden, stemde hij in Jan. ’93 „in naam van het menschelijk geslacht” voor den dood des konings. Zijn atheïstische allures en zijne idealen eener universeele republiek maakten hem ten slotte bij Robespierre verdacht; hij werd uitgesloten van de Jacobijnenclub, en op beschuldiging van gemeenschap met de Hébertisten 24 Mrt. 1794 ter dood gebracht. Litteratuur: H. Baulig, in: La Révolution française, t. 41 (1901).