Chroomgroen - Chroomoxydgroen, chroomoxyd. Cr2O2, niet te verwarren met chromaatgroen of chroommenggroen, vormt al naar de wijze van bereiden een licht- of donkergroen poeder, dat technisch door reductie van kaliumbichromaat met salmiak, kool, zwavel of gips in gloeihitte bereid wordt. Het product wordt gemalen, na uitwasschen der kalium zouten gegloeid en zoo noodig met zoutzuur van ijzer bevrijd, daar dit de nuance bederft. Het vormt in gegloeiden toestand een uiterst bestendige verfstof, daar licht, lucht, zuren noch alkaliën, ja zelfs een temperatuur van 700° geen verandering teweegbrengen.
Toch wordt het als verfstof ondanks die uitstekende eigenschappen weinig gebruikt wegens zijn duurte en weinige dekkracht. Het meeste vindt het toepassing bij decoratieschilderen en in de graphische vakken (b.v. bankpapier) en voor verven, die aan den invloed van hitte of het weer moeten weerstaan. Ook bij de katoendrukkerij en in de zegellakfabricage wordt het gebruikt. Eindelijk ook in de keramische industrieën, voor het kleuren van aardewerk, glas en porcelein; bij dit laatste als onderglazuurverf. De meeste als chroomgroen in den handel komende verf is z.g. chromaatgroen* of chroommenggroen.
C. is zeer hard; na smelten, waarvoor een temperatuur van ongeveer 2000° noodig is, krast het zelfs kwarts. Van daar zijn gebruik als slijpmiddel.
