Brooke (Sir James), geb. 1803 in een voorstad van Benares; vertrok in 1835 met een eigen schip naar den Ind. Archipel en bood tijdens zijn verblijf op Borneo aan den Sultan van Broenei* (N.-Borneo) zijn hulp aan tegen de oproerige Dajaks van Serawak; in 1841 werd hij als leenvorst van Broenei over Serawak erkend, later als onafhankelijk vors ff, weshalve hij den titel van Radja aannam. Hij voerde in Serawak een zeer krachtig, maar rechtvaardig en menschlievend bestuur; voor Engeland verkreeg hij in 1846 het eil.
Laboean, aan den mond der Broeneiriv., dat als kolenstation veel waard was; in 1847 werd hij tot den adelstand verheven en tot Gouvem. van Laboean en Consul-Generaal benoemd. Tijdens een opstand van de Chin. te Serawak werden zijn huis en verdere bezittingen vernield: een nationale inschrijving stelde hem in staat, zijn laatste levensjaren op een klein landgoed door te brengen.