Bril (Mathias en Paulus), de bekendsten uit een Bredasche schildersfamilie der 16e en 17e eeuw. 1) Mathias B. d. J., geb. 1550 te Antwerpen, overl. 1583 te Rome, waar hij 1582 getrouwd was. Van zijn hand zijn een cyclus fresken in de Galleria Geographica in ’t Vaticaan. Voorstelling in 10 tafereelen: de processie, waarbij Gregorius XIII in 1580 de Reliquien van den Hl.
Gregorius Naziac uit de kerk Sta. Maria in Campo Marzo naar den St. Pieter overbrengt. Vele schilderijen en teekeningen staan ten onrechte op zijn naam. Gesigneerde ontwerpen, in prent gebracht door Hendrik Hondius (1611—1613), zijn de vijf landschappen en een „Topographia Variarum regionum” in ’t Prentenkabinet te Amsterdam; een anonyme prent, in de Bib. Nat. te Parijs, voorstellende: Landschap met den dood van Amor. De verwantschap met ’t werk van zijn jongeren broer Paulus, doet hem als diens leerling kennen. — 2) Paulus B., geb. 1654 te Antwerpen, overl. 7 October 1626 te Rome. Eerst leerling van Damiaen Wortelmans te Antwerpen; daarna ging hij na een kort verblijf te Lyon in 1674, naar Rome, waar hij in 1592 trouwde en bleef wonen. In zijn werk zijn drie perioden te onderscheiden: a. kleine landschapjes met scherpe indeeling van de plans van het landschap, voorgrond, middelste plan en achtergrond (zie LANDSCHAPSCHILDERKUNST). Die indeeling in bruine, groenachtige en blauwe strooken,de eigenaardige fijngestippelde manier, waarmee hij de groote decoratief gearrangeerde boomen schildert, maken het niet moeilijk, zijn werken te onderscheiden van die van een groep schilders, waartoe B. behoort en waarvan hij het middelpunt vormt.
Hij heeft echter vele navolgers gehad, die in het bijzonder moeilijker te onderscheiden zijn. B. schildert dikwijls op koper. Zijn fresken uit dien tijd zijn niet veel anders dan een vergrooting van deze kleine stukken. b. Onder invloed van Adam Elsheimer (omstreeks 1600—1614.) komt hij tot grooter penseelstreek en grootscher opvatting, c. In de derde periode (tot 1626) wordt hij geheel navolger van Elsheimer zonder diens hoogte te bereiken. Paulus B. is te beschouwen als een overgangsmeester tusschen Patinier, Bles, Coninxloo aan den eenen en Claude Lorrain en Poussin aan den anderen kant. Hij staat in geringe mate onder rechtstreekschen Italiaanscheninvloed (Caracci). Hij vormde te Rome vele leerlingen; de bekendste zijn W. Nieuwlandt en Agostino Tassi, de leeraar van Claude Lorrain. Opgave der werken en litteratuur in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon,