Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brantsma (C.)

betekenis & definitie

Brantsma (C.), Nederl. rechtsgel., geb. 1751 te Dokkum, studeerde te Leiden, werd in 1785 raadsheer bij het Hof van Friesland, overl. 1788. Met Petrus Wierda gaf hij in het licht: Oude Friesche wetten met een Neder-Duitsche vertaling en ophelderende aanteekeningen (1782).

< >