Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beham

betekenis & definitie

Beham - Beheim, Böhm, Peham (Hans Sebald), Duitsch plaatsnijder, teekenaar en schilder, geb, te Neurenberg 1600, gest. 1650 te Frankfort a.M., oudere broeder van Barthel B*., wellicht leerling van A. Dürer, zeker onder diens invloed; van zijn kant leermeester van Barthel B. en met den laatste behoorende tot den groep der z.g. „ Kleinmeister” (zie Barthel B.) Tegelijk met zijn broeder werden H.S.B. en Gerg Pencz om hunne vrije denkbeelden op staatkundig en religieus gebied uit Neurenberg verbannen; de verbanning werd echter reeds 1625 opgeheven en B. schijnt dan ook, na eenig verblijf te Ingolstadt, Augsburg en München, weer in Neu renberg geweest te zijn. Daar verschenen zijn hout sneden: „de Planeten” (1531); kort daarna vestigde hij zich te Frankfort a.M. Van H.S.B. zijn eenige miniaturen in gebedenboeken bekend, die hij in opdracht van den bekenden kunstminnaar kardinaal Albrecht van Brandenburg heeft geschilderd (Biblio theken te Kassei en Aschaffenburg). Voor den zelfden kardinaal beschilderde hij ook een tafel blad (Louvre) en graveerde hij een wapen als Ex-li bris. Veel van zijn werk werd als boekillustr. te Frankfort door Egenolph uitgegeven.

Hij schijnt voor den raad te Frankfort ook veel ontwerpen voor gebrandschilderde ruiten te hebben vervaardigd (ontwerpen daarvan zijn in vrij groot aantal be waard). De prenten-kabinetten te Brunswijk, Berlijn, Neurenberg en Weenen bevatten ook verder nog veel teekeningen van zijn hand; meestal zijn het penteekeninger, soms licht gewasschen, een enkele maal wordt ook een teekening met krijt vermeld. Men kent hem niet minder dan 252 kopergravures, 18 etsen en meer dan 1074 houtsneden toe. B. be hoort met dit werk tot de vruchtbaarste graphische kunstenaars. Hij behandelde zeer veel verschillende onderwerpen uit de bijbelsche geschiedenis (het bekende prentje van den Verloren Zoon), uit da historische oudheid en de mythologie, allegorische en genreachtige motieven, zoowel als ornament. Evenals zijn broeder, wiens wijze van teekenen en graveeren de zijne aan soepelheid, oorspronkelijk heid en fijnheid overtreft, heeft hij veel bijgedragen tot het bekendmaken van allerlei nieuwe motieven. In de laatste jaren schijnt zijn verbeeldingskracht minder sterk geweest te zijn; er komen dan her halingen in zijn werk voor en ontleeningen van motieven aan ’t werk van zijn broeder, van wien hij tenslotte ook eenige platen heeft overgenomen en opnieuw heeft opgehaald. Voor de kunstnijver heid heeft de door hem aan de markt gebrachte schat van motieven zeer veel belang gehad, o.a. voor de versiering van metaal. Ook vindt men herhaal delijk naar zijn voorbeeld gevormde versieringen op een bepaald soort aardewerk, het „steenen goed” (zie CERAMIEK) en zelfs de oude P. Brueghel heeft vele figuren voor dansenden geteekend, die onwillekeurig aan de bekende gelijksoortige prentjes van B. doen denken. Invloed van Altdorfer, den ouden Holbein en later, evenals bij Lucas v. Leyden, van Marco Antonio Raimondi is aan te wijzen. De litteratuur en de lijst zijner werken geeft Pauli in Thieme-Becker’s Künstlerlexikon; zie ook Hans Wolfgang Singer, Die Kleinmeister in Velhagen u. Klasings Künstlermonographien.

< >