Balklaag of bintlaag, de gezamenlijke balken, welke een vloer dragen. In den gewonen huizenbouw liggen de balken op afstanden van gemiddeld 66 c.M. en ter zwaarte van 8 x 20 tot 8 x 30 c.M. aan weerseinden in de muren. De vloer wordt er boven opgespijkerd en meestal wordt er aan de onderzijde een plafond tegen bevestigd. Voor grootere gebouwen, pakhuizen, enz. moet de b. zwaarder zijn en dan heeft het bij groote spanningen dikwijls voordeelen, een balk van grooter afmeting ter ondersteuning dwars onder de b. door te leggen. Een dergelijken zwaren balk noemt men moerbalk of moerbint, de hierop dragende balken heeten dan kinderbalken of kinderbinten. Een b. wordt met het muurwerk verbonden door ankers. Bij groote lengte van een moerbalk kan men dezen een ondersteuning geven door er een of meer kolommen onder te plaatsen. Zijn in den gewonen huizenbouw de b. voor houten vloeren gewoonlijk van hout en die voor steenen vloeren samengesteld van ijzeren balken, waartusschen gewelfjes van beton of metselwerk, — bij grootere bouwwerken worden ook voor houten bevloering ijzeren balken toegepast, terwijl voor vloeren van gewapend be ton geen b. van ander materiaal gelegd wordt. B. worden met den opbouw van een gebouw direct gelegd. Nadat ze op de juiste hoogte en zuiver horizontaal onder de rij liggen, worden ze door latten onderling verbonden en op de juiste plaats gehouden, waarna de balkeinden worden ingemetseld. Gewoonlijk worden de koppen, voor zoover ze met het metselwerk in aanraking komen, gemenied. Als norm geldt, dat de balken 15 c.M. in het muurwerk moeten dragen. Om trillingen in een houten b. op te heffen en haar te verstijven, kunnen kruisen worden aangebracht, b.v. een rij in het midden of op elk derde deel der lengte een rij. Deze kruisen worden gemaakt van regels van 5x7 c.M, die men kruisgewijs naast elkaar tusschen de b. legt: één steunende onder tegen ’t zijvlak van den eenen balk en boven tegen ’t zijvlak van den naastliggenden, de andere regel van het zijvlak boven naar het zijvlak beneden van den naastliggenden balk. De balken, welke langs den muur komen te liggen, heeten strijkbalken of strijkbinten. Men neemt deze soms van iets dunner afmeting en legt ze ongeveer 5 c.M. van den muur af. Bij de berekening der afmetingen van de balken eener b. heeft men eerst de totale belasting te kennen. Deze nu is zeer uiteenloopend. Voor gewone vloeren in woonhuizen neemt men per M2 aan: 250 KG. eigengewicht en 250 KG. toevallige belasting, dus totaal 500 K.G. per M2. Voor fabrieken wordt dit 750 KG. per M2, voor graanpakhuizen 850—1000 KG. Door de totale belasting van den geheelen vloer te bepalen, kan men die voor eiken balk berekenen en daarna de afmetingen der doorsnede.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk