Baining - volksstam in het W. gebergte van het Gazelleschiereiland (NieuwPommeren). Waarschijnlijk de oorspronkel. bewoners van dit gebergte, vroeger kannibalen, thans onder invloed van de Katholieke missie. Kleeding, zoowel van mannen als vrouwen, uiterst primitief; de bewapening bestaat uit knotsen met steenen slageinde.
Zwervende landbouwers, die in hoofdzaak van taro leven, geen visschers of zeevaarders. De taal wijkt in veel opzichten van andere Melanesische talen af. (Litteratuur: Parkinson, Dreissig Jahre in der Südsee).