Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aulos

betekenis & definitie

Aulos - oud-Grieksch blaasinstrument. Vroeger meende men, dat de a. eene fluit was, maar de navorschingen van Howard (e.a.) hebben onomstootelijk bewezen, dat zij een instrument was van schalmeikarakter, met een dubbel mondstuk van riet. Men ziet op de meeste afbeeldingen de a. paarwijs in de handen van den bespeler.

Volgens Riemann diende de eene om de zangmelodie mee te spelen, de andere voor kleine tusschenspelen. De meening, dat men in deze gevallen te doen had met een dubbel (tweelings-) instrument, is geheel ongegrond, en de naam Di-Aulos (dubbele fluit) die tot nu toe in alle leerboeken en lexica voorkwam, volstrekt fantastisch. De oudheid kende dit woord niet.

< >