Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Arnim (achim, eig. ludw. joachim von)

betekenis & definitie

Arnim (achim, eig. ludw. joachim von) - Duitsch schrijver, (1781—1831), behoorend tot de Romantische School.Geboren uit een oud-adellijkgeslacht; had in de wis- en natuurkunde gestudeerd, doch kwam door zijne vriendschap voor Novalis, Tieck en vooral voor Brentano tot de dichtkunst. Met den laatste gaf A. in 1806 en volgende jaren de door hen beiden verzamelde oude volksliederen uit onder den titel Des Knaben Wunderhorn. Met Brentano was A. in die jaren te Heidelberg het middelpunt van een kring van dichters en geleerden: Görres, Eichendorff, de gebroeders Grimm, e.a., die wel als de „Heidelberger Kreis” aangeduid worden. Hun orgaan was de door A. uitgegeven „Zeitung für Einsiedler” (1808).

In 1811 huwde A. Brentano’s zuster Bettina, trok zich op zijn landgoed in de Mark terug en nam geen deel meer aan het openbare leven. Arnim’s drama’s (o.a. Halle u. Jerusalem) en romans lijden aan de groote fout der Romantici: onbeteugelde phantasie en veronachtzaming van alle vormprincipes. Daardoor zijn de tooneelstukken ongeschikt voor opvoering en eindigen de romans na een voortreffelijken opzet onbeteekenend, zooals Armut und Reichtum, Schuld und Busze der Gräfin Dolores 1810, of in een phantastische spookgeschiedenis, zooals Isabella von Ägypten 1811, of blijven onvoltooid liggen, zooals Die Kronenwächter 1817. In dezen laatsten roman geeft A. eene schitterende beschrijving van het Duitschland uit de 15de en 16de eeuw; de keizers Maximiliaan I en Karel V,Luther en Dr. Faust, hertog Ulrich van Württemberg en Dürer spelen er eene rol in en de hoofdgedachte is: dat de Duitsche natie, ondanks politieke verbrokkeling en onmacht, eene onzichtbare keizerskroon in haar midden bewaart, die na veel strijd eens schitterend te voorschijn komen zal. — R. Steig u. H. Grimm, Arnim und die ihm nahe standen. (Stuttgart, Cotta 1894-1904).

< >