Aristides - 1) zoon van Lysimachus, Atheensch staatsman en veldheer, een der 10 aanvoerders, die voor den eersten oorlog tegen de Perzen werden gekozen; hij onderscheidde zich in den slag bij Marathon, 490 v. C. Na het verslaan der Perzen spande hij als archont al zijne krachten in voor het welzijn van zijn vaderstad en wekte daarbij den naijver op van den vurigen, naar roem dorstenden Themistocles, die zich ongaarne overschaduwd zag door A., wien het volk den bijnaam van den Rechtvaardige had gegeven; het gelukte Themistocles werkelijk zich van zijn mededinger te ontdoen, die verbannen werd, 482 v. C. Toen drie jaren later Athene door Xerxes werd bedreigd, snelde A., nog eer de amnestie, die den verbannenen veroorloofde terug te keeren, was geproclameerd, naar Athene terug, om nog tijdig de boodschap te brengen, dat de Grieksche vloot bij Salamis door de Perzische omsingeld was. Op den morgen van den slag bij Salamis nam A. met een afdeeling landingstroepen het door een Perzische keurbende bezette eiland Psyttalea. Eerst na den slag bij Salamis werd zijn verbanning opgeheven. In 479 werd hij wederom strateeg, behaalde de beroemde overwinning bij Plataeae en was 478 bevelhebber der Atheensche vloot bij het stichten van den Attischen zeebond; hij regelde de schattingen, die de bondgenooten zouden hebben te betalen, en stierf 467 v. C. — 2) A. uit Thebe, beroemd schilder uit de 4de eeuw v. C., tijdgenoot van Apelles en Protogenes.
Hij zou het eerst zielsaandoeningen en hartstochten hebben uitgedrukt. Zijne schilderstukken werden met hooge prijzen betaald: zijn veldslag tegen de Perzen met 100 minen, zijn Dionysus werd 200 jaren later door Attalus II voor 100 talenten gekocht. Verder worden schilderijen met wellustige onderwerpen van hem vermeld, zoodat hij tot de pornographen werd gerekend. — 3) A. uit Milete, schrijver uit de 1ste eeuw v. C., schreef romannetjes (Milesiaca) in 7 boeken, die door Corn. Sisenna in het Latijn zijn vertaald en zeer populair waren. — 4) P. Aelius A., beroemd rhetor uit de 2de eeuw n. C., geb. 129 in Hadrianu Therai in Mysië. Hij bracht eenige jaren in Egypte door en kwam 155 te Rome, waar hij langen tijd zwaar ziek is geweest, hetgeen hij in zijne geschriften meermalen vertelt.
In 179 kwam hij met de keizers Marcus Aurelius en Commodus in aanraking; aan den eerste zond hij na de verwoesting van Smyma door een aardbeving zijne 41ste redevoering, waarop de Keizer de stad weer heeft doen opbouwen. Hij stierf ±189. Zijne welsprekendheid werd door de nakomelingen zeer geroemd en zijne werken ijverig gecommentarieerd. Bewaard zijn 55 redevoeringen (met scholiën), deels werkelijk uitgesproken, deels slechts geschreven. — 5) A., Christelijk apologeet uit Athene uit de 2de eeuw, die zijne verdediging van het Christendom aan Antoninus Pius heeft opgedragen.