Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ardèche

betekenis & definitie

Ardèche - 1) departement van Zuid-Frankrijk, omvattende he Noordelijk deel van het oude Languedoc en het grootste gedeelte van het landschap Vivaris; oppervl. 4550 K.M2, 332.000 inw. De bodem bevat vulkanisch gesteente in de Mts. du Velay en in de Coiron in de Cevennen; de bergachtige deelen zijn zeer schilderachtig, de rivieren zijn er woeste bergstroomen; het klimaat, over het geheel gezond, is zeer verschillend : warm in de vallei der Rhône, gematigd in de Noordelijke valleien, vaak zeer koud in de Cevennes; het dept. is rijk aan mineralen; ijzer leveren de mijnen van Lavoulte, en van Aubenas; koper wordt gevonden bij Pranles, antimonium bij Malbosc, zilver bij Largentière, verder steenkolen, porphyr, enz.; de minerale bronnen van Vals, Lavoulte, Neyrac, Saint-Laurent-lesBains, Saint-Georges zijn vermaard en worden druk bezocht. De hoofdmiddelen van bestaan zijn land- en wijnbouw, zijdeteelt, handel in zuidvruchten enz., industrie, mijnwezen. De hoofdstad is Privas.

2) rivier in Frankrijk (Lat. Artica), zijrivier van de Rhône; zij ontstaat op de Mts. du Velay, heeft in haar loop langs de Oostelijke helling van de Cevennes geheel het karakter van een bergstroom, en valt na een loop van 112 KM., waarvan slechts 24 voor de houtvlotterij en 11 voor de scheepvaart bruikbaar zijn, in de Rhône, na het departement Ardèche en een deel van Lozère en Gard te hebben doorloopen.

< >