Ambrosiaansche bibliotheek - Deze openbare leesinrichting werd te Milaan, in 1609, door den kunstlievenden cardinaal Federigo Borromeo, neef van den heilig verklaarden Carlo Borromeo gesticht. Deze naam heeft de cardinaal aan zijn leesinrichting gegeven ter eere van den heiligen Ambrosius, schutspatroon der stad. ’t Was voor dien tijd een merkwaardig feit, dat de bibliotheek niet alleen voor geleerden of studeerenden, doch ook voor ’t belangstellend publiek toegankelijk was. Ten einde deze instelling van belangrijke boeken en vooral van handschriften te voorzien, heeft de cardinaal op zijn eigen kosten, verscheidene geleerden door heel Europa en zelfs naar Azië gezonden om boeken en handschriften op te sporen en te koopen.
Bovendien stelde hij, altijd op eigen kosten, een zeker aantal geletterde geestelijken aan, die in en voor de bibliotheek werkzaam moesten zijn. Zij bevat tegenwoordig ongeveer 175000 drukwerken en 8400 handschriften, waaronder fragmenten van een Homerus met miniaturen uit de IVe eeuw; een Vergilius met kantteekeningen van Petrarea over zijn eerste ontmoeting met Laura; een palimpsest uit de Ve eeuw met brieven van Paulus en eenige gedeelten van de Gotische vertaling van den Bijbel door Wulfila; een stuk van een Gotischen kalender; eene Divina Commedia van Dante uit de eerste helft der XIVe eeuw; de beroemde Codex Atlanticus, eene verzameling van teekeningen en geschriften van Leonardo da Vinci, enz. Aan de leesinrichting is eene pinacotheek verbonden, waar zeer veel beroemde schilderijen te bezichtigen zijn, en ook het karton van Raphaël: La scuola d’Atene en eenige schetsen van Leonardo da Vinci.