Bibliotheek - (Gr.), 1) eene verzameling van gerangschikte boeken; 2) een meubelstuk voor het bewaren van boeken, boekenkasten; 3) eene serie uitgaven, naar een bepaalde methode of model bewerkt, van gelijksoortige geschriften, b.v.: Biblioth. v. middeln. letterk.; 4) een gebouw of vertrek voor het bewaren van boeken voor algemeen of voor bijzonder gebruik, of waar boeken verhuurd worden. Reeds in de 5de en 4de eeuw v. C. vindt men particuliere B. vermeld, maar openbare ontstaan eerst in den hellenistischen tijd. De bekendste is wel die van Alexandrië*, gesticht door Ptolemaeus I of II naast en ten dienste van het Museum in het stadsgedeelte Bruchēum. In 47 v. C. ging een groot deel van den boekenschat door brand verloren, nogmaals in 272 bij den brand van het Brucheum en in 391 gingen de laatste overblijfselen der B. te gronde, toen de bisschop Theophĭlus het Serapēum verwoestte.
De bekende legende omtrent de vernieling der B. door generaal Amru bij de verovering van Alexandrië in 641 komt ’t eerst voor bij Abulpharagius, een Arabisch geschiedschrijver der 13de eeuw. Beroemde bibliothecarissen zijn geweest Zenodŏtus, Callimăchus (?), Eratosthĕnes, Aristophănes en Aristarchus. Daarnaast werd door Ptolemaeus II de kleinere B. in het Serapēum aangelegd, die in den Rom. tijd de zetel der groote B. werd. Een andere beroemde B. in de oudheid was te Pergămum, gesticht door Eumĕnes II, waarvan nog ruinen op de acropŏlis overig zijn. Te Rome is de eerste openbare B. door Asinius Pollio 39 v. C. gesticht, waarop andere in den Keizertijd zijn gevolgd, het eerst onder Augustus in den tempel van Apollo op den Palatīnus, en in dien tijd kwam het bibliotheekwezen door het geheele Rom. rijk tot grooten bloei.
De inrichting der gebouwen is door opgravingen te Pergamum, Ephesus en Timgad duidelijk geworden. In den Keizertijd en vroeger heeft ook reeds een B.-wetenschappelijke vaklitteratuur bestaan, zooals verscheidene werken en titels bewijzen. (Zie Th. Birt, Antikes Buchwesen 362 vlgg.). Vgl. Dziatzko, Beiträge zur Kenntnis des antiken Buchwesens 1892. — Tegenwoordig zijn de grootste b. der wereld: Het Britsch Museum te Londen, gesticht 1753; inhoud: 2.500.000 drukw., c. 55000 hss., 75000 charters, 1820 papyri; c. 90.000 prenten; budget 1913/14 220.000 £, waarvan voor aankoop 30500 £. — De Bibliothèque nationale*, voorheen Kon. biblioth., te Parijs; inhoud: 3.500.000 drukw.;
500.000 kaarten; c. 110000 hss.; 2.500.000 prenten; 204.000 munten en penningen; budget 1913/14 aankoop 396.650 fr.; jaarwedden enz. 469.000 fr. catalogus 100.000 fr. — De Congresbiblioth. te Washington (N. Am.), gesticht 1800; inhoud: 2.500.000 drukw.; 130.000 kaarten; 600.000 muziekw.; 350.000 photo’s, houtsn. en prenten; budget 1913/14: 606.085 d., waarvan 477.285 d. voor jaarwedden, 98000 d. voor aankoop, 10000 d. voor meubilair, enz. — De Kon. Bibliotheek te Berlijn, gesticht 1661; inhoud: 1.450.000 drukw.; c. 30000 hss., budget (1913) jaarw.: 471.530 M.; aankoop en bindkosten 309.400 M; administr. 145.090 M.; totaal: 1.134.450 M. — De voornaamste openbare b. in Nederland zijn: De Kon. Bibliotheek te ’s-Gravenhage, ontstaan uit de vereeniging in 1798 van de b. van den Stadh. Prins Willem V, van het Coll. van HH. Mogenden en van het Coll. van Gecommitt.
Raden van Holland, is, eerst door toedoen van Koning Lodewijk, later van Koning Willem I, sterk in omvang en in belangrijkheid toegenomen. In 1811 schonk keizer Napoleon de boekverzameling in eigendom aan de stad ’s-Gravenhage, die ze kort na de intrede van den Souvereinen Vorst wederom aan dezen afstond. Sinds dien tijd herkreeg zij den naam van Koninklijke Bibliotheek Inhoud: c. 800.000 drukw.; c. 4000 hss.; c. 2000 incunabelen. Uitgaven personeel ƒ 50060. — aankoop, onderhoud en meubilair ƒ 42350. — (1916). — De vier Universiteits-bibliotheken, nl.: a. te Leiden; gesticht 1581; inhoud: 400.000 drukwerken, 3000 kaarten, 3400 Oostersche en 3000 andere handschriften. In bruikleen zijn in de universiteitsbibliotheek opgenomen: Bibliotheek der Maatsch. der Nederl. letterk., Bibliotheek van het Remonstr. seminarium, Bibliotheca Thysiana (met afzond. gebouw). Uitgaven: personeel ƒ 20000; aankoop en onderhoud van boekw. en hss. ƒ 22500. — (1912/13). b. te Utrecht; gesticht 1584; inhoud:
249.000 boekdln., 134.000 acad. proefschr., 14000 brochures en pamfletten, 4000 land- en zeekaarten, 2000 hss. In bruikleen zijn opgenomen: Bibl. van het Hist. Genootschap, van het Prov. Utr. Genootsch. v. Kunsten en Wetensch.; der Kerkel. hoogleeraren; Centrale Duitsche biblioth., Centraal muzieklitteratuurfonds, Bibliotheek d. Vereen. Anglia. Uitgaven: personeel ƒ 14.700, aankoop en onderhoud v. boekw. en hss. ƒ 21.500, drukw. en huish. uitg. ƒ 3000. — (1912/13). c. te Groningen; gesticht 1615; inhoud: 190.000 drukw.; periodieken 2000; incunabelen 200; pamfletten c. 4700; brochures c. 8000; hss. ruim 500; kaarten c. 200.
Uitgaven: personeel ƒ 9600. —; administr. ƒ 2190; aankoop en onderhoud van boeken ƒ 13250. Totaal ƒ 16830. — In bruikleen zijn opgenomen: b. d. Kerkel. hoogleeraren, der genootsch.: Pro excolendo jure patrio, Pictura, Conamur, Vereen. tot onderz. van Taal- en volksleven, enz. d. te Amsterdam; gesticht c. 1578; inhoud: 550.000 boekdeelen. 20.000 kaarten; 3000 hss. benevens 35.000 brieven en geschreven stn. Budget ƒ 30.000 voor personeel; ƒ 16.000 voor aankoop; ƒ 3000 voor onderhoud; ƒ 4000 voor drukkosten en huish. uitgaven. Vele genootschapsboekerijen zijn als bruikleenen in de universiteitsbibliotheek ondergebracht. De „Bibliotheca Rosenthaliana” (Hebr. drukw.) vormt een zelfstandig onderdeel.
e. De Bibliotheek der Technische Hoogeschool te Delft. Deze kreeg hare grootste uitbreiding na 1864, toen de Kon. Akademie voor Ingenieurs vervangen werd door eene Polytechnische school, die in 1904 tot den rang van Technische Hoogeschool werd verheven. In 1915 werd zij in ’t bezit gesteld van een nieuw bibliotheekgebouw. Inhoud c. 130.000 dln., waarbij ongeveer 1700 tijdschriften.
Budget personeel: c. ƒ 10.000; aankoop en onderhoud c. ƒ 25000. Behalve deze groote wetenschappelijke bibliotheken bestaan er nog vele andere van regeeringswege onderhouden collectiën, gemeentelijke bibliotheken, de volksboekerijen met openbare leeszalen, welke alle vermeld zijn in den „Nederl. bibliotheekgids. Uitg. Vereen. v. bibliothecarissen. Utr. 1913”, waarnaar belangstellenden worden verwezen.