Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Alma (lat., vrouwelijk v. almus, adjectief bij alěre, voeden)

betekenis & definitie

Alma (lat., vrouwelijk v. almus, adjectief bij alěre, voeden) - de voedende, de vruchtbare. Naam, door de Romeinsche dichters aan Ceres, de godin van den oogst, gegeven; ook in het algemeen aan alle godheden, die den menschenkinderen vriendschappelijk gezind waren, en aan alle natuurverschijnselen of voortbrengselen, die voordeel of genot aanbrengen. Ook verstaat men onder Alma Mater tegenwoordig de Universiteit of Akademie.