Alma (lat., vrouwelijk v. almus, adjectief bij alěre, voeden)
Alma (lat., vrouwelijk v. almus, adjectief bij alěre, voeden) - de voedende, de vruchtbare. Naam, door de Romeinsche dichters aan Ceres, de godin van den oogst, gegeven; ook in het algemeen aan alle godheden, die den menschenkinderen vriendschappelijk gezind waren, en aan alle natuurverschijnselen of voortbrengselen, die voordeel of genot aanbrenge...