Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Alewijn

betekenis & definitie

Alewijn - (Mr. Abraham), Nederlandsch tooneel dichter, 1664—1721. Hij was een patricisch Amsterdammer, die zich op zijn landhuis te ’s-Graveland aan muziekstudie en poëzie wijdde. In 1707 vertrok hij als koopman naar Indië en stierf als advocaat-fiscaal van de O.-I. Comp. te Batavia.

Hij gaf uit een bundel Zede- en Harpgezangen (1694). Van Amarillis, Bly-Eindend Treurspel (1693) verscheen later als uittreksel Opera of Sangspel van Amarillis; ook vervaardigde hij Orpheus Hellevaart om Euridice. Muziekspel (zonder jaartal). Zijn herders zijn buitengewoon plat en grof. Hij schreef ook vrij ruwe blijspelen o.a. De Bedrooge Woekeraar (1702), Latona, of de verandering der hoeren in kikvorschen (1703), Philippyn, Mr. Koppelaar (1707), Beslikte Swaantje en drooge Fobert of de Boere Rechtbank (1715), en als vervolg daarop De Puiterveensche Helleveeg of beslikte Swaantje aan den tap (1720).

< >