Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Agora

betekenis & definitie

Agora - (Gr.), oorspr. de volksvergadering, dan: de plaats, waar deze werd gehouden, die dan tevens de plaats voor het publiek verkeer, het marktplein, was; als zoodanig was zij versierd met tempels, godenbeelden en openbare gebouwen. Vooral die te Athene was prachtig, door Cimon met platanen beplant. Daar heette een deel van den dag „de uren, waarin de markt vol is”, overeenkomende met onze 9-12 vóórmiddags. Het toezicht werd er uitgeoefend door marktmeesters, agoranomoi.

< >